zachtaardigheid: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Standaardisatie definities |
fix |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
*zacht·aar·dig·heid |
*zacht·aar·dig·heid |
||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
* |
*Afgeleid van [[zachtaardig]] {{suff|-heid|lang=Nederlands}}. |
||
{{-nlnoun-|{{pn}}|-|-|-}} |
{{-nlnoun-|{{pn}}|-|-|-}} |
||
{{-noun-}} |
{{-noun-}} |
Versie van 8 nov 2009 18:04
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zacht·aar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van zachtaardig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zachtaardigheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zachtaardigheid v
- de mate van zachtaardig zijn.
- Mijn gehalte van zachtaardigheid is erg laag.