klaarzetten: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:
{{-etym-}}
{{-etym-}}
* {{samenstelling||klaar||zetten}}
* {{samenstelling||klaar||zetten}}
{{-nlstam-|{{pn}}|zette klaar|klaargezet|||scheid=s|k=t}}
{{-nlstam-|{{pn}}|[[zette klaar]]|[[klaargezet]]|||scheid=s|k=t}}
{{-verb-|nld}}
{{-verb-|nld}}
'''{{pn}}''' {{wnt-r|M032730}}
'''{{pn}}''' {{wnt-r|M032730}}

Versie van 24 aug 2018 09:12

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klaar·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • gebruik: {{samen|nld|…}}


stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klaarzetten
zette klaar
klaargezet
zwak -t volledig

Werkwoord

klaarzetten [1]

  1. overgankelijk iets ergens gereed voor gebruik neerzetten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • Als het geluk komt, moet je er een stoel voor klaarzetten.

Werkwoord

vervoeging van
klaarzetten

klaarzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klaarzetten
    • ...dat wij klaarzetten. 
    • ...dat jullie klaarzetten. 
    • ...dat zij klaarzetten. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen