brommen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HydrizBot (overleg | bijdragen)
k Robot: toegevoegd: eo:brommen
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Regel 6: Regel 6:
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*brom·men
*brom·men
<!--{{-etym-}}
<!--
{{-etym-}}
*hier komt de etymologie van het woord-->
*hier komt de etymologie van het woord-->
{{-nlstam-|{{pn}}|bromde|gebromd|||scheid=n|k=d}}
{{-nlstam-|{{pn}}|bromde|gebromd|||scheid=n|k=d}}
Regel 34: Regel 35:
{{-expr-}}
{{-expr-}}
-->
-->
<!--{{-trans-}}
<!--
{{-trans-}}
{{trans-top|1.}}
{{trans-top|1.}}
{{trans-mid}}
{{trans-mid}}
Regel 40: Regel 42:
{{-info-}}
{{-info-}}
-->
-->
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=100|V=99}}


[[en:brommen]]
[[en:brommen]]

Versie van 24 apr 2017 16:21

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brom·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
brommen
bromde
gebromd
zwak -d volledig

Werkwoord

brommen

  1. inergatief een laag rommelend geluid voortbrengen
    • Er werd als antwoord wat gebromd, maar duidelijkheid kwam er niet. 
  2. boos en bestraffend praten tegen iemand
    • De leraar bromde tegen zijn luie leerlingen. 
  3. ergatief op een bromfiets ergens heengaan
    • Ik ben wel eens naar Giessendam gebromd. 
  4. inergatief op een bromfiets rijden
    • Hij had heel wat gebromd voordat hij zijn motorrijbewijs ging halen. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be