schokken: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
{{bijv-1| Het nieuws over de vermoorde president '''schokte''' iedereen.}} |
{{bijv-1| Het nieuws over de vermoorde president '''schokte''' iedereen.}} |
||
{{=nld=}} |
|||
{{-noun-|0}} |
{{-noun-|0}} |
||
{{noun-pl|schok}} |
{{noun-pl|schok}} |
Versie van 9 sep 2015 14:12
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schok·ken
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
schokken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schokken |
schokte |
geschokt |
zwak -t | volledig |
- heftig bewegen
- De auto schokte hevig op weg met gaten.
- heftig emotioneel geraakt worden
- Het nieuws over de vermoorde president schokte iedereen.
Zelfstandig naamwoord
de schokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schok