schokken: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14: Regel 14:
{{bijv-1| Het nieuws over de vermoorde president '''schokte''' iedereen.}}
{{bijv-1| Het nieuws over de vermoorde president '''schokte''' iedereen.}}



{{=nld=}}
{{-noun-|0}}
{{-noun-|0}}
{{noun-pl|schok}}
{{noun-pl|schok}}

Versie van 9 sep 2015 14:12

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schok·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

schokken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schokken
schokte
geschokt
zwak -t volledig
  1. heftig bewegen
    • De auto schokte hevig op weg met gaten. 
  2. heftig emotioneel geraakt worden
    • Het nieuws over de vermoorde president schokte iedereen. 


Zelfstandig naamwoord

de schokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schok