schok
Uiterlijk
- schok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schok | schokken |
verkleinwoord | schokje | schokjes |
- een plotsklapse en hevige beweging
- Deze schok werd veroorzaakt door het verschuiven van twee tektonische platen.
- een gebeurtenis die iemand hevig van de wijs brengt
- een blootstelling aan een elektrische potentiaal
- Pas op, krijg geen schok van dat losse contact!
- zestigtal [8]
- twintigtal
1. een plotsklapse en hevige beweging
2. een gebeurtenis die iemand hevig van de wijs brengt
vervoeging van |
---|
schokken |
schok
- Het woord schok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schok" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[9] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "schok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ schok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ schok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ schok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jessie Burton vert. Marja Borg“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑ Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx“Het huis aan de Herengracht” (2022), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024586332
- ↑ schok op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %