Kaapverdisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Kaap·ver·disch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Kaapverdië met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Kaapverdisch | Kaapverdischer | |
verbogen | Kaapverdische | Kaapverdischere | |
partitief | Kaapverdisch | Kaapverdischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Kaapverdisch
- (demoniem) op Kaapverdië betrekking hebbend
Verwante begrippen
Demoniemen bij Kaapverdië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Kaapverdiër • inwoonster: Kaapverdische • bijvoeglijk: Kaapverdisch |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Kaapverdisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.