Jodenhater

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Jo·den·ha·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Jodenhater Jodenhaters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Jodenhaterm

  1. iemand die een afkeer heeft van mensen met een Joodse afkomst
     De nationalistische journalist Pavel Ivanov schreef in zijn krant dat Joden de bron van het kwaad in Rusland zouden zijn. Als straf mocht hij voor drie jaar niks publiceren. Hij en andere Jodenhaters mochten niet eens voor het Europese Hof verschijnen. Volgens de rechters kan je geen mensenrechten gebruiken om mensenrechten van anderen te schenden; als haatzaaiers toegang tot het hof zouden hebben, zou dit hen helpen om vrijheid en rechten van anderen te vernielen.[1]
     Het klinkt allemaal te mooi om waar te zijn, maar toch is de redenering van Waltz gebaseerd op de praktijk van de recente geschiedenis. Aan de andere kant kun je je afvragen of premier Ahmadinejad, de meest notoire Jodenhater van de regio, vatbaar zal zijn voor deze logica. Zou zijn haat het kunnen winnen van zijn verstand? Zou hij Israël aanvallen met kernwapens?[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 april 2021 Weblink bron
    Mihai Martoiu Ticu
    “Vrije meningsuiting is vooral voor de underdog” (27 december 2016) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 april 2021 Weblink bron
    H.J.A. Hofland
    “Een leerzaam filmpje” (19 september 2012) op nrc.nl op Wikipedia