Iberische beekjuffer
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Ibe·ri·sche beek·juf·fer
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van Iberische en beekjuffer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Iberische beekjuffer | Iberische beekjuffers |
verkleinwoord | Iberisch beekjuffertje | Iberische beekjuffertjes |
Zelfstandig naamwoord
de Iberische beekjuffer v
- (libellen) Calopteryx xanthostoma een juffer (Zygoptera) uit de familie van de beekjuffers (Calopterygidae). Anders dan bij de weidebeekjuffer (Calopteryx splendens), loopt de donkere band in de vleugels door tot aan de punt. Vliegt van april tot september
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Iberische beekjuffer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.