IT-manager
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: IT-manager (hulp, bestand)
Woordafbreking
- IT-ma·na·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van IT en manager zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | IT-manager | IT-managers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de IT-manager m
- (beroep) leidinggevende die betrokken is bij de informatiesystemen, telecommunicatie en computers van een bedrijf
- Tijdens de lockdown moesten veel IT-managers overuren maken.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord IT-manager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.