Elstenaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- El·ste·naar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Elstenaar | Elstenaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Elstenaar m
- (demoniem) een inwoner van Elst, of iemand afkomstig uit Elst
Verwante begrippen
Demoniemen bij Elst in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Elstenaar • inwoonster: Elstse • bijvoeglijk: Elsts, Elster |
Gangbaarheid
- Het woord 'Elstenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.