Basseveldenaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Bas·se·vel·de·naar
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Bassevelde met het achtervoegsel -naar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Basseveldenaar | Basseveldenaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Basseveldenaar m
- (demoniem) een inwoner van Bassevelde, of iemand afkomstig uit Bassevelde
Verwante begrippen
Demoniemen bij Bassevelde in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Basseveldenaar • inwoonster: Basseveldse • bijvoeglijk: Bassevelds |
Gangbaarheid
- Het woord 'Basseveldenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.