AOV

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • AOV
enkelvoud meervoud
naamwoord AOV -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de AOVv / m

  1. (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Algemene ondernemersvaardigheden, voorheen het middenstandsdiploma
  2. (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Arbeidsongeschiktheidsverzekering, een Nederlandse verzekering die inkomensverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid verzekert
  3. (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Ambtenaar Openbare Veiligheid, een functie in de rampenbestrijding

Zelfstandig naamwoord

het AOVo

  1. (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Algemeen Ouderen Verbond, een voormalige politieke partij
  2. (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Algemeen Oudedagsvoorzieningsfonds, een Surinaamse uitkering voor gepensioneerden
  3. (initiaalwoord), (afkorting) de afkorting voor Aanvullend Openbaar Vervoer, openbaar vervoer op afroep voor bepaalde doelgroepen

Meer informatie

Gangbaarheid