50-jarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 50-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

50-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 50-jarig
    • De vulkaan werd weer actief na een 50-jarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 50-jarige 50-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 50-jarigev / m

  1. persoon die 50 jaar oud is of iets dat 50 jaar bestaat
    • De 50-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid