être de bon poil

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

être de bon poil

  1. (spreektaal) een goeie bui hebben
    «Lui est toujours de bon poil.»
    Die heeft altijd een goed humeur. [1]
Antoniemen

Verwijzingen

  1. ↑
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 163
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=être_de_bon_poil&oldid=3727459"