zangpedagoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zang·pe·da·goog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zang en pedagoog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangpedagoog | zangpedagogen |
verkleinwoord | zangpedagoogje | zangpedagoogjes |
Zelfstandig naamwoord
de zangpedagoog m
- (beroep) (muziek) (onderwijs) een onderwijzer in het zingen.
- De zangpedagoog gaf aan waar de zanger zich moest verbeteren.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zangpedagoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.