waterski

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  waterski    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wa·ter·ski

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  water  en  ski 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	waterski	waterski's
verkleinwoord	waterskietje	waterskietjes

Zelfstandig naamwoord

de waterski m

1. (sport) ski voor het waterskiën

Verwante begrippen

• waterskiën, waterskiër

Vertalingen

    1. ski voor het waterskiën   

Duits: Wasserski (de) m Engels: waterski (en) Frans: ski nautique (fr)

Italiaans: sci nautico (it), sci acquatico (it), sci d'acqua (it) Spaans: esquí acuático (es), esquí náutico (es)

Werkwoord

vervoeging van
waterskiën

waterski

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterskiën
   

   • Ik waterski. 

2. gebiedende wijs van waterskiën
   

   • Waterski! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterskiën
   

   • Waterski je? 

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord waterski staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.