Naar inhoud springen

visboer

Uit WikiWoordenboek
  • vis·boer
enkelvoud meervoud
naamwoord visboer visboeren
verkleinwoord visboertje visboertjes

de visboerm

  1. (beroep) een handelaar die gespecialiseerd is in de verkoop van vis
    • We gaan even naar de visboer. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be