verzorgen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zor·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzorgen
verzorgde
verzorgd
zwak -d volledig

Werkwoord

verzorgen

  1. overgankelijk erop toezien dat een persoon of een dier het nodige verkrijgt
    • Hij verzorgde de vissen in zijn aquarium altijd trouwhartig. 
     Ze namen Sint mee om de oude man dadelijk te verzorgen. Maar Pietje ging met het kruikje naar het paard. En al was hij doodmoe van de tocht, in drie dagen en nachten sliep hij niet om het paard ieder uur zijn toverdrank te kunnen geven.[1]
     Het was een lange slanke vent van in de veertig, en in tegenstelling tot alle andere hikers was hij glad geschoren met een verzorgde, gezonde uitstraling.[2]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 13
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be