uitvoerrecht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·voer·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitvoerrecht uitvoerrechten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het uitvoerrechto

  1. belastingen die men moet betalen bij het exporteren van bepaalde goederen
    • De Russische premier Dimitri Medvedev benadrukt dat de maatregelen om de export van graan te beperken 'tijdelijk' en 'flexibel' van aard moeten zijn. In de komende 24 uur zal een voorstel voor uitvoerrechten opgemaakt worden, kondigden de autoriteiten aan.[2] 
    • Vorige week werd bekend dat Gazprom de prijs die Oekraïne voor gas betaalt met 80 procent verhoogt. Volgens het hoofd van het Russische Gazprom, Alexej Miller, houdt de prijsverhoging verband met de introductie van uitvoerrechten op gas. 'De gasprijs wordt hierdoor automatisch verhoogd vanaf april', verklaarde hij.[3] 
    • Met een Nederlands kwaliteitscertificaat zou D. Menarom's scheepsonderdelen in Roemenië vele malen duurder produceren, alvorens ze opnieuw werden verkocht. Dat gebeurde niet zelden in Roemenië zelf, waardoor veel producten 'fysiek'het land helemaal niet verlieten. Al die tijd 'vergat'D. BTW, in- en uitvoerrecht en andersoortige belastingen te betalen.[4] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 22/DECEMBER/2014 door Jta
  3. Tubantia 10-APRIL-2014
  4. Volkskrant Olaf Tempelman 4 mei 2002