telefoontas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·foon·tas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telefoontas telefoontassen
verkleinwoord telefoontasje telefoontasjes

Zelfstandig naamwoord

  1. (onderwijs) zak die men op school in klaslokalen hangt om leerlingen hun mobiele telefoons in te laten opbergen
     „Mobieltjes in de telefoontas. Hup.” Echt waar, die vrouw praat alsof we kleuters zijn. Ik sta meteen op en doe mijn mobiel in de tas naast het bord.[1]
  2. etui voor een mobiele telefoon, ook als kleine draagtas of als deel van een grotere tas, koffer of rugzak
     Ik stop het geld in mijn portemonnee, die ik vervolgens in mijn telefoontasje stop, dat ik daarna omwikkel met een oude sjaal.[2]
Opmerkingen
  • Voor betekenis [2] "etui" is het verkleinwoord "telefoontasje" meer gangbaar.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 23 december 2023 Weblink bron
    Juultje van den Nieuwenhof
    “Try not to..” (2021), Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam, ISBN 9789024597710, hfst. Amal
  2. Bronlink geraadpleegd op 23 december 2023 Weblink bron “Verzameld werk: De kip die over de soep vloog en andere verhalen en gedichten”, e-book (2019), Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, ISBN 9789038804804