symboliseren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sym·bo·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
symboliseren
symboliseerde
gesymboliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

symboliseren

  1. overgankelijk een kenteken ergens van zijn
    • De Azteekse adelaar symboliseerde de stichting van de stad Mexico. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen