slagerij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

slagerij
Uitspraak
Woordafbreking
  • sla·ge·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slagerij slagerijen
verkleinwoord slagerijtje slagerijtjes

Zelfstandig naamwoord

de slagerijv

  1. (bedrijf) bedrijf van een slager
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be