sjiddech
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sjid·dech
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjiddech | sjiddoechem |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) het arrangeren van een huwelijk
- (Jiddisch-Hebreeuws) de relatie die daardoor tot stand komt
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'sjiddech' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.