sagbruk

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • sag·bruk
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 48469
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sagbruk     sagbruket     sagbruk     sagbruka
sagbrukene  
genitief   sagbruks     sagbrukets     sagbruks     sagbrukas
sagbrukenes  

Zelfstandig naamwoord

sagbruk, o

  1. (bedrijf) houtzagerij, zagerij
    «Ingen mangel på tømmer ved distriktets sagbruk. Den økende avvirkning i skogen i vinter gjør blant annet at distriktets sagbruk ikke har problemer med råstoff.»
    Geen tekort aan hout in de zagerij van het district. De toenemende oogst in het bos deze winter betekent dat de zagerij van het district geen problemen heeft met grondstoffen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

sagbruk

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van sagbruk


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • sag·bruk
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sagbruk     sagbruket     sagbruk     sagbruka  

Zelfstandig naamwoord

sagbruk, o

  1. (bedrijf) houtzagerij, zagerij

Zelfstandig naamwoord

sagbruk

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van sagbruk