ronddraaien

Uit WikiWoordenboek
Ronddraaien.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rond·draai·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ronddraaien
draaide rond
rondgedraaid
zwak -d volledig

Werkwoord

ronddraaien

  1. ergatief een cirkelvormige beweging maken
    • De aarde draait eenmaal per etmaal rond om haar as. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be