roeister
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- roei·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roeister | roeisters |
verkleinwoord | roeistertje | roeistertjes |
Zelfstandig naamwoord
de roeister v
- (beroep) (sport) een vrouw die de roeisport als sport beoefend
- De daadwerkelijke verkiezing vindt plaats tijdens het Sportgala in de RAI op 19 december. Vorig jaar gingen de prijzen naar Formule 1-coureur Max Verstappen, turnster Lieke Martens, roeisters Maaike Head & Ilse Paulis (sportploeg), turncoach Vincent Wevers (coach) en zwemster Liesette Bruinsma (paralympische sporter).[2]
- In de dubbeltwee lukte het beide Nederlandse teams de halve eindstrijd te bereiken. Bram Schwarz en Niki van Sprang eindigden woensdag in de herkansingen als tweede. Bij de vrouwen waren Marloes Oldenburg en Roos de Jong het snelst. De Oranje-roeisters bleven in de herkansing Zweden voor.[3]
Hyperoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord roeister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roeister" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 26 nov. 2017
- ↑ de Telegraaf 27 sep. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ster in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %