rijkskost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rijks·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijkskost | rijkskosten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rijkskost m
- (verouderd) (economie) op rijkskosten: op kosten van het rijk; dat de landelijke overheid het benodigde geld betaalt
Gangbaarheid
- Het woord rijkskost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.