reputatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pu·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘faam’ voor het eerst aangetroffen in 1529 [1]
  • afgeleid van het Franse réputation (met het achtervoegsel -atie) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord reputatie reputaties
verkleinwoord reputatietje reputatietjes

Zelfstandig naamwoord

de reputatiev

  1. de manier waarop iemand bekend is
    • Ik moet mijn reputatie beschermen. 
  2. de manier waarop iets bekend is
     La Planche heeft niet de mythische uitstraling van de Mont Ventoux, de Tourmalet of de Alpe d’Huez, maar aan de reputatie wordt gewerkt. De vorige aankomsten waren vol betekenis.[4]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen