radiolamp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·dio·lamp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van radio en lamp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiolamp | radiolampen |
verkleinwoord | radiolampje | radiolampjes |
Zelfstandig naamwoord
- (elektronica) (verouderd) (geschiedenis) elektronenbuis in een radiozender of -ontvanger
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. zie: elektronenbuis
Gangbaarheid
- Het woord radiolamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.