raadsperiode

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raads·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadsperiode raadsperiodes
raadsperioden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de raadsperiodev

  1. (politiek) (tijdrekening) tijdperk tussen aanstelling en ontbinding van een gemeenteraad, een periode die in principe 4 jaar duurt
     De VVD in Roermond zal de komende raadsperiode zeker niet met de Liberale Volkspartij Roermond van Jos van Rey in een coalitie samenwerken. Dat zegt VVD-lijsttrekker Michiel Huurdeman over zijn voormalige partijgenoot tegen Dagblad De Limburger.[1]
     In de afgelopen raadsperiode zijn nog meer wethouders vertrokken dan vorig jaar werd aangenomen. Inmiddels is 40 procent van de wethouders opgestapt. Van de 627 opgestapte wethouders gingen 327 weg vanwege een politiek conflict.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “VVD Roermond sluit Van Rey uit” (Woensdag 26 februari 2014, 09:15), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Vier op de tien wethouders haakt af” (Vrijdag 19 februari 2010, 09:32), NOS