parlementsvoorzitter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·le·ments·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parlementsvoorzitter parlementsvoorzitters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de parlementsvoorzitterm

  1. (beroep) (politiek) iemand die de vergadering van het parlement leidt
     Tijdens mijn verblijf is de lokale parlementsvoorzitter de hele dag in het nieuws.[1]
     Het hoofd van de kiescommissie roept Saleh op om zich terug te trekken als presidentskandidaat, zodat hij zich weer kan richten op zijn taak als parlementsvoorzitter. Volgens de kiescommissie kan dat helpen om "een nieuwe routekaart te maken" richting verkiezingen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045024875
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 april 2022 Weblink bron “Presidentsverkiezingen Libië van vrijdag uitgesteld” (WO 22 DECEMBER 2021), NOS