oto-rino-laryngologie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oto-rino-laryngologie    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌotoˌrinoˌlarɪŋɣoloˈɣi / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• oto-ri·no-la·ryn·go·lo·gie

Woordherkomst en -opbouw

• gevormd uit Oudgrieks ὠτός (ootós) "van het oor", ῥινοῦ (rinou) "van de neus", λάρυγγος (larunggos) "van de keel" en -λογία (-logia) een achtervoegsel dat studie of kennis aangeeft; geschreven met koppeltekens volgens spellingregel 6.D

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oto-rino-laryngologie	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de oto-rino-laryngologie v

1. (medisch) vakgebied binnen de geneeskunde dat gericht is op aandoeningen van oren, neus en keel

Synoniemen

• oor-neus-keelheelkunde
• keel-neus-oorheelkunde
• kno-heelkunde

Vertalingen

    1. vakgebied binnen de geneeskunde dat gericht is op aandoeningen van oren, neus en keel   

Engels: otorhinolaryngology (en)

Gangbaarheid

• Het woord oto-rino-laryngologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.