ordonnansofficier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ordonnansofficier    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• or·don·nans·of·fi·cier

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ordonnans zn  en  officier zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ordonnansofficier	ordonnansofficieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ordonnansofficier m

1. (militair) officier die als taak heeft berichten, bevelen en rapporten over te brengen

   ▸ Zjerkov was nadat hij uit de generale staf was gezet niet bij het regiment gebleven; hij had gezegd dat hij wel gek zou zijn als hij aan het front het vuile werk ging opknappen, terwijl hij bij de staf zonder iets uit te voeren beter beloond werd, en het was hem gelukt een betrekking als ordonnansofficier bij vorst Bagration te verkrijgen.

   ▸ De militairen blijven in de regel drie jaar aan het hof, dan keren ze terug naar hun krijgsmachtonderdeel. Het Militaire Huis bestaat uit de chef, op dit moment luitenant-generaal André Blomjous, acht adjudanten en vier ordonnansofficieren.

Synoniemen

• adjudant

Vertalingen

    1. officier die als taak heeft berichten, bevelen en rapporten over te brengen   

Engels: adjutant (en), aide-de-camp (en),

Gangbaarheid

• Het woord 'ordonnansofficier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.