ontechten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·echt·en
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van echt zn met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en, in de betekenis van ‘ontdoen van rechten’ voor het eerst aangetroffen in de middeleeuwen.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontechten |
ontechtte |
ontecht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
ontechten
- overgankelijk (juridisch) (verouderd) door beëindiging van een huwelijk weer vrijgezel maken
- ▸ ⧖ Die Weerliefd' na d'echt zoeckt waer gheen liefd' was te voor,
En midts een anders keur nochtans de echt verkoor,
Stelt zich in groot ghevaer: Want daeg'licx wy bevinden
Dat die uyt loutre liefd hun inde echt verbinden,
De eerste maent is zilver, en de tweede tin,
De derde loot, helaes! en dickwyls wert het min.
Ia dat zom mochten weer ontechten, en ontrouwen,
De Temp'len zouden qualijck 'tgroot ghetalle houwen.[1]
- ▸ ⧖ Die Weerliefd' na d'echt zoeckt waer gheen liefd' was te voor,
- overgankelijk (juridisch) iemand zijn rechten ontnemen.
- De ridder werd ontecht na zijn verraad.
- inergatief (figuurlijk) betekenis verliezen of waarde verliezen.
- Zijn woorden ontechten toen hij herhaaldelijk loog.
- overgankelijk De waarheid ontkennen of weigeren te erkennen.
- Ondanks het bewijs bleef hij de feiten ontechten.
Synoniemen
- [1] scheiden van
Gangbaarheid
- Het woord 'ontechten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Theodoor Rodenburg“Keyser Otto den derden, en Galdrada: Bly-eynde-spel. Derde deel.” (1617), Nicolaes Biestkens, Amsterdam, fol. D2r
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ont- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal