neerbuigend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  neerbuigend    (hulp, bestand)
• IPA: /nerˈbœyxənt/

Woordafbreking

• neer·bui·gend

Werkwoord

vervoeging van:	neerbuigen
verbogen vorm:	neerbuigende

neerbuigend

1. onvoltooid deelwoord van neerbuigen

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	neerbuigend	neerbuigender	neerbuigendst
verbogen	neerbuigende	neerbuigendere	neerbuigendste
partitief	neerbuigends	neerbuigenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

neerbuigend

1. je beter voelend dan een ander en dat ook laten merken

   • Sarah Rose Summers (24), miss Amerika 2018, is diep door het stof gegaan nadat ze op sociale media een golf kritiek over zich heen kreeg voor ‘denigrerende, respectloze en neerbuigende en discriminerende‘ uitspraken over twee concurrentes bij de Miss Universe-verkiezingen in Bangkok.  

   ▸ Ze had een hautaine, zowel gekwetste als neerbuigende blik, alsof ze een dichteres was die zich met tegenzin onder het ongevoelige gepeupel begaf. `Frarwaise; fluisterde de grote Griek en hij keek mij aan met een veelbetekenende blik, waarvan ik niet goed wist wat die betekende.

Synoniemen

• laatdunkend, geringschattend, denigrerend, kleinerend, beledigend, respectloos, uit de hoogte doen

Vertalingen

    1. met onecht, gespeeld, cynisch respect   

Engels: derogatory (en),

Gangbaarheid

• Het woord neerbuigend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neerbuigend" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.