molleboon
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- mol·le·boon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mol en boon zn met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | molleboon | mollebonen |
verkleinwoord | molleboontje | molleboontjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) een ondersoort Vicia faba subsp. equina van de tuinboon en staat in Nederland bekend als een typisch Groningse lekkernij, hoewel deze ook in delen van Azië wordt gegeten. Een molleboon is een geroosterde paardenboon (een soort tuinboon). Het roosteren gebeurde op twee manieren
Hyperoniemen
- veldboon, wikke, vlinderbloemenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten
Gangbaarheid
- Het woord 'molleboon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] molleboon op Wikidata