leest over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leest over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overlezen

leest (...) over

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlezen
    • Jij leest over. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlezen
    • Hij leest over. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overlezen
    • Leest over!