lachlust
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lach·lust
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lach ww en lust
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lachlust | lachlusten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de lachlust m
- neiging of zin om te lachen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. neiging of zin om te lachen
Gangbaarheid
- Het woord lachlust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lachlust" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be