kwintet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwin·tet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘muziekstuk voor vijf partijen’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
  • Ontleend aan het Italiaanse quintetto
enkelvoud meervoud
naamwoord kwintet kwintetten
verkleinwoord kwintetje kwintetjes

Zelfstandig naamwoord

het kwinteto

  1. (muziek) een groep van vijf muzikanten
  2. (muziek) een muziekstuk voor vijf musici
Verwante begrippen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen