kulturhus

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • kul·tur·hus
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 132882
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kulturhus     kulturhuset     kulturhus     kulturhusa
kulturhusene  
genitief   kulturhus'     kulturhusets     kulturhus'     kulturhusas
kulturhusenes  

Zelfstandig naamwoord

kulturhus, o

  1. (bouwkunde), (cultuur) cultuurhuis (huis voor culturele activiteiten met bijv. bibliotheek, bioscoop, concertzaal, teaterzaal)
    «Om lag hver tredje kommune i Norge har et kulturhus som er medlem i nettverket.»
    Ongeveer elke derde gemeente in Noorwegen heeft een cultuurhuis (cultureel centrum) dat lid is van het netwerk.
Synoniemen

forsamlingshus

Verwijzingen

  • NAOB – Det Norske Akademis ordbok: kulturhus (in het Noors; geraadpleegd 2018-06-29)

Zelfstandig naamwoord

kulturhus

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van kulturhus


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • kul·tur·hus
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kulturhus     kulturhuset     kulturhus     kulturhusa  

Zelfstandig naamwoord

kulturhus, o

  1. (bouwkunde), (cultuur) huis (huis voor culturele activiteiten met bijv. bibliotheek, bioscoop, concertzaal, teaterzaal)
Synoniemen

forsamlingshus

Zelfstandig naamwoord

kulturhus

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van hus