kloosterling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kloosterling (hulp, bestand)
- IPA: /klostərlɪŋ/
Woordafbreking
- kloos·ter·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kloosterling | kloosterlingen |
verkleinwoord | kloosterlingetje | kloosterlingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de kloosterling m
- (beroep) (religie) iemand die gekozen heeft voor het leven in een klooster
- De kloosterlingen namen deel aan de sext.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die gekozen heeft voor het leven in een klooster
Gangbaarheid
- Het woord kloosterling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kloosterling" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %