keerlus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keer·lus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keerlus keerlussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de keerlusm

  1. lus in een weg die voertuigen de gelegenheid geeft om te keren
     Volgens hem is het mogelijk om het karwei in tien dagen uit te voeren, omdat het in feite een niet ingewikkelde, robuuste klus voor wegenbouwers is: de bestaande asfaltlaag eruit frezen en een nieuwe laag erop, inclusief aansluitingen op de Kettingbrugweg, Pruisische Veldweg, Morshoekweg en Zel- fertweg/Broeierdweg. Daar komen veilige oversteekmogelijkheden. Bij de eerste twee wegen komt ook een keerlus voor auto’s.[1]
     Met de realisatie van fietsenstallingen, een keerlus en de aansluiting op beide bruggen is het eerste gedeelte van de zuidelijke stationsomgeving gereed.[2]
     Wie per abuis toch vanaf Bon Boys de Kolenbranderweg afrijdt richting de rotonde, hoeft geen kei te zijn in achteruitrijden. Daarvoor wordt een zogeheten keerlus aangelegd. Ook die is al zichtbaar. Boers: "Ook voor bijvoorbeeld spelersbussen, die niet kunnen keren, is deze lus aangelegd."[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

56 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Hengelosestraat tien dagen eruit” (04-05-2011), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Groene invulling Park op Nijverdal start” (09-07-2013), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    André Scheffers
    “N18 wordt op Haaksbergen aangesloten via 'ovonde'” (14-03-2018), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be