kali

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·li
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch of Javaans, in de betekenis van ‘rivier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1896-1901 [1]
  • Leenwoord uit het Indonesisch of Javaans, in de betekenis van ‘rivier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1896 [1]
  • In de betekenis van ‘kaliumzout’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1583 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kali kali's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

kali m

  1. (scheikunde) kaliumhydroxide, wordt gebruikt als reinigingsmiddel, ontsmettingsmiddel, verfafbijtmiddel en gootsteenontstopper.
  2. (landbouw) kaliumhoudende kunstmest
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

51 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Albanees

Zelfstandig naamwoord

kali mv

  1. enkelvoud bepaald van het zelfstandig naamwoord kalë


Indonesisch

Woordafbreking
  • ka·li
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

kali

  1. keer, maal
  2. (aardrijkskunde) rivier, stroom
  3. hoge functionaris in Zuid-Celebes

Bijwoord

kali

  1. (spreektaal) misschien


Javaans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

kali

  1. (aardrijkskunde) rivier
Overerving en ontlening