kakmaker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kak·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kakmaker | kakmakers |
verkleinwoord | kakmakertje | kakmakertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kakmaker m
- (scheldwoord) iemand die erg tevreden is over zichzelf en daarom onverdiend de aandacht opeist
- U had me juist moeten gispen wanneer ik het niet bij mijn opmerking had gelaten, maar er bijvoorbeeld aan had toegevoegd dat het uiteindelijk in het gedicht om meer, om iets diepers, om fundamentele waarden of weet ik veel ging! Meent u nu echt, zoals u met uw commentaar impliceert, dat ik zoiets publiekelijk over mijn gedichten (en dus over mezelf) zou hebben moeten durven beweren? Terecht had u dán kunnen honen dat de dichter een kakmaker was. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kakmaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheldwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal