hundedage

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • hun·de·da·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden hund en dage, mv, met het invoegsel -e-
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   -     -     hundedage     hundedagene  
genitief   -     -     hundedages     hundedagenes  

Zelfstandig naamwoord

hundedage, mv

  1. (tijdrekening) hondsdagen (van 23 jul tot en med 23 aug)

Verwijzingen