hangt op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hangt op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ophangen |
hangt (…) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophangen
- Jij hangt op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophangen
- Hij hangt op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ophangen
- Hangt op!
Gangbaarheid
- Het woord hangt op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.