gesteente
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·steen·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stenen’ voor het eerst aangetroffen in 1325 [1]
- afgeleid van steen met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gesteente | gesteenten gesteentes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gesteente o
- (geologie) het materiaal waaruit de aardkorst bestaat, bestaande uit mineralen
- In een bepaalde regio kom je vaak dezelfde gesteentes tegen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het materiaal waaruit de aardkorst bestaat, bestaande uit mineralen
|
|
Gangbaarheid
- Het woord gesteente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gesteente" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "gesteente" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gesteente op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Omvoegsel ge- -te in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %