carnavalsoptocht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: carnavalsoptocht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑrnavɑlsˌɔptɔxt / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- car·na·vals·op·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carnavalsoptocht | carnavalsoptochten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de carnavalsoptocht m
- (feest) stoet van versierde mensen en praalwagens als deel van het carnavalsfeest
- ▸ De provincie Noord-Brabant maakte vandaag bekend dat alle grote evenementen tot komende maandag verboden zijn. Dat geldt ook voor de carnavalsoptocht in Oosterhout, die zondag had moeten plaatsvinden.[1]
- ▸ Voor de film geldt hetzelfde. "Het is niet alleen Midden-Oosten. Er zijn Bollywood-invloeden, hiphopachtige dans en muziek, een soort carnavalsoptocht die me aan Latijns-Amerika deed denken. Allemaal door elkaar. Ze zijn er losjes mee omgegaan." Dat is ook te zien aan de keuze voor de acteurs met veel verschillende culturele achtergronden.[2]
- ▸ Hoewel twee weken geleden vrijwel alle praalwagens in vlammen opgingen bij een verwoestende brand, gaat de carnavalsoptocht in Zaltbommel overmorgen gewoon door. De getroffen carnavalsgroepen kregen vanuit het hele land hulp aangeboden.[3]
Synoniemen
Vertalingen
1. stoet van versierde mensen en praalwagens
Gangbaarheid
- Het woord carnavalsoptocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Corona treft ook verkiezingscampagne VS en 'Brabant op slot?'” (10-03-2020), NOS
- ↑ Weblink bron Lambert Teuwissen“Nieuwe Aladdin is exotische mengelmoes met minder stereotypen” (22-05-2019), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Feest in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal