carnavalskledij
Nederlands
Woordafbreking
- car·na·vals·kle·dij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carnavalskledij | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de carnavalskledij v
- (feest), (kleding) kleding speciaal voor het carnavalsfeest
- Iedereen was in carnavalskledij.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord carnavalskledij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.