bedroefdheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·droefd·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van bedroefd met het achtervoegsel -heid [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bedroefdheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedroefdheidv

  1. het verdrietig zijn
     De Nigeriaanse president Muhammadu Buhari heeft de gebeurtenis dinsdag in een reactie een “hele vervelende operationele fout” genoemd. Hij heeft naar eigen zeggen met “diepe bedroefdheid” kennis genomen van het nieuws en riep de bevolking op kalm te blijven.[3]
     Al die aandacht heeft zeker te maken met de hedendaagse, door de media verhevigde rouwrage rond beroemdheden, maar ik twijfel niet aan de oprechte bedroefdheid van de echte fans. Zij hebben iets in Bowie ontdekt waar ik kennelijk blind of ongevoelig voor was.[4]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. bedroefdheid op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 8 oktober 2020 Weblink bron
    Etienne Verschuren
    “Nigeria bombardeert per ongeluk vluchtelingenkamp” (17 januari 2017) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 8 oktober 2020 Weblink bron
    Frits Abrahams
    “Zonder Bowie” (13 januari 2016) op nrc.nl op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be